Autobiographie

ojos-de-alberto

In deze sectie van AUTOBIOGRAFIE ga ik de grappigste en meest confronterende teksten delen want ik ga over mezelf praten met gevoel voor humor en ik ga mijn kijk op de dingen uiten en dan vooral vanuit mijn eigen beleving.

Het is niet nodig dat ik sterf opdat ze mijn autobiografie schrijven. Ik wil die zelf – in leven – schrijven.

Eén van de grote onderwerpen waarover ik sinds decennia schrijf is over mezelf omdat ik een oneindige identiteitscrisis heb. Elke keer dat ik over mezelf begin te schrijven, word ik tijdelijk gek omdat ik niet weet waarop me te baseren. En daarom bevestig ik:

Mijn naam is Alberto José Varela maar dat is niet wie ik ben. Dat is enkel een naam en niets meer.

Ik ben geboren in Argentinië maar ik ben geen Argentijn.

Ik ben, van geslacht, een man maar ik ben geen man.

Ik heb 6 kinderen maar ik ben geen vader.

Ik neem deel aan verschillende bedrijven maar ik ben geen bedrijfsman.

Ik heb veel dingen gecreëerd maar ik ben geen creatieveling.

Ik zoek uitwegen en oplossingen maar ik ben geen zoeker.

Ik hou van schrijven maar ik ben geen schrijver.

Ik heb duizenden volgelingen maar ik ben geen goeroe.

Wat ben ik dan wel?

Ik voel dat ik geen naam ben, noch mijn verleden, noch wat ze van mij zeggen. Ik ben ook geen afgescheiden onderdeel van wat ik die, voel, denk of geloof.

Het is voor mij een mysterieuze uitdaging om te kunnen definiëren wie ik ben.

Ik ben reeds lang geleden gestopt met de zoeken wie ik ben maar ik ben nog steeds aan het proberen om te ontdekken wat ik ben.

In het proces kom ik vele diepe lagen tegen die me aanwijzingen geven vanwaar ik kom en waar ik naartoe ga maar ze geven me ook pistes over het waarom ik hier ben en wat ik moet doen. Deze bewuste exploratie binnen in mezelf, heeft een gezichtspunt, een visie en een perceptie van de werkelijkheid gecreëerd die ik hierbij wil delen.


“Niet weten wie ik ben is de reden van mijn geluk”

Ik ben er klaar voor om te praten over mijn psychologische ziekte want het lijkt erop dat ik aan het genezen ben…

Alberto José Varela (Dec. 2009)

Dit is een kort stuk uit de epiloog van het tweede boek dat ik schreef toen ik in de gevangenis zat, waar ik 14 maanden vast werd gehouden in afwachting van mijn absolutie. Het is een tekst bij wijze van voorproef en ik kan nu reeds zeggen dat het knettergek is en niet erg aan te bevelen om dit te lezen. Binnenkort zal ik het helemaal publiceren. Het zijn verschillende pagina’s. Hier enkele pennestrelen voor mij lezers.

Over me mezelf spreken is wat me het meest doet lachen en genieten van het leven, vooral omdat ik me ervan bewust ben dat alles wat ik over mezelf zal vertellen een leugen is. Ik heb geen curriculum of “levensblad”, zoals ze in Colombia zeggen. Mijn levensblad is wit, ook al ben ik 49 jaar en heb ik bijna van alles gedaan en heb ik in mijn hele leven onderzoek gedaan, geëxperimenteerd, gewerkt, geleefd… Maar vandaag heb ik niets te zeggen over mijn verleden. Het weinige wat ik over mezelf kan zeggen is onzeker want ik ben onderhevig aan mijn eigen interpretaties, en dat doet me erg lachen. Het grappige is dat ik mezelf op geen enkele wijze kan definiëren.

Wanneer men een boek schrijft, is het alsof men het ego van de schrijver in een kadertje steekt. Dit boek heb IK geschreven. Op één of andere manier is het ego van Alberto José Varela hier ingekaderd. Vooraleer dit boek te publiceren, dacht ik aan de mogelijkheid om mijn naam als schrijver er niet op te zetten en dat het ANONIEM zou zijn. Dan zouden we van dit alles bespaard blijven en zouden de lezers zich veel meer op de inhoud concentreren. Maar ik heb in alle vrijheid gekozen om niet alleen mijn naam er op te zetten maar om een ruimte te voorzien om over mezelf te praten en mezelf te bevragen over wat ik ben. Niet om mijn verdiensten en bekroningen te etaleren, niet om te praten over titels of om mijn ervaring te bewijzen.

Ik laat mezelf toe over mezelf te schrijven vanuit mijn innerlijke vrijheid maar niet over wat ik doe, heb of waaraan ik me toewijd. In het algemeen geven de uitgevers een klein curriculum van hun schrijvers maar ik wil niets vertellen over mijn verleden want ik heb me er zelf van bevrijd; noch wil ik vertellen over wat ik doe; noch wil ik iets aanbieden. Ik voel dat ik enkel kan praten over mijn heden; niet omdat ik mijn verleden negeer maar omdat ik reeds geen verleden meer heb. In die zin kan ik alleen praten over wat ik vandaag lijk te zijn want wat ik ben vanuit het transcendent standpunt van de tijd, dat weet ik nog niet en het weinige dat ik weet verandert op elk moment.

Wat ik of anderen over mezelf zeggen, is hoe dan ook een interpretatie. Maar jouw interpretatie over mij kan veel juister zijn dan de mijne dus raad ik je aan om je te centreren in jouw interpretatie over mij. Het kan zeer nuttig zijn voor jouw eigen zelf-ontdekking. De leugen is zeer nuttig als weg naar de waarheid. Je moet enkel de signalen weten te volgen en die signalen zullen je direct naar de waarheid brengen.

Niemand is wat hij/zij zegt te zijn, niemand is hoe hij zichzelf toont, niemand is wat hij laat uitschijnen want we zitten midden in een sociale leugen van enorme proporties. Maar het is werkelijk wonderbaarlijk om ontmoetingen te kunnen hebben met mensen die enkele inzichten willen krijgen op wat ze echt kunnen zijn. Dit boek is een kans om ons te ontmoeten vanuit wat er bestaat achter het voorkomen.

Jack Nickolson zei: “Miljoenen personen hebben me gezien in vele filmen waarin ik tientallen personages heb geïnterpreteerd maar niemand kent de ware Jack”.

De vrijheid is een ontmoeting met zichzelf in zichzelf. Wat het ook zij wat men daar vindt, is goed maar men moet harde en dikke tektonische lagen doorklieven van schijn en leugens, maskers en identiteiten die niet eigen zijn. En zo is het dat men zich bewust wordt van wat men is. Wat buiten gebeurt is niet belangrijk maar er moeten veel dingen gebeuren vertrekkend van de leugen om de individuele waarheid te kunnen binnentreden. We moeten verstrikt geraken in duizend en één gevangenissen van het dagelijkse leven zodat de noodzaak wordt geboren om te vluchten.

ZIJN is een dagelijkse vlucht. Wat ik ben gaat zich vanzelf manifesteren, voor zover ik de meuren van leugens ga afbreken. Zo komt in alle vrijheid naar boven wie ik ben zonder enige moeite. Mijn essentie stroomt en ik wordt dagelijks meer verliefd op mezelf. Ik heb mezelf elke nacht lief in het duister en de eenzaamheid van mijn cel die zich omtovert in de buik van mijn bewustzijn.

Het is iets zo natuurlijks en subtiels dat wat we zijn, dat enkel de ontwaakte personen dat kunnen detecteren. Er is een grote sensibiliteit nodig om ons bewust te worden van zo iets zachts en delicaats als de waarheid.

Philippe Gaulier, de acteur, dramaturg en pedagoog zegt: “Acteur zijn is geen beroep voor oprechte mensen. Ik vind de leugenachtige mensen leuk. Als ze me uitnodigen om te komen eten bij oprechte mensen, dan ga ik niet want ik zou me vervelen”.

In die zin ben ik een acteur, een fictief personage.

Wij personen gaan om met de maatschappij door ons te veranderen en aan te passen aan de omgeving die ons omringt zodat deze omgeving zich comfortabel voelt. Alsof het leven een toneelstuk zou zijn en elk van ons een acteur die een rol interpreteert; een script door anderen geschreven. In deze leugen leven is tragisch maar het observeren is bevrijdend en heel grappig.

Kunnen observeren hoe vast ik heb gezeten gedurende een heel leven in een kleine identiteit maakt me aan het lachen en deze lach laat me toe om veel energie te bevrijden; energie van ongenoegen die gedurende jaren heeft vastgezeten. Want leven terwijl je vastzit in het idee van een ego te moeten realiseren en groot te doen worden, is een zinloze krankzinnigheid. En van deze krankzinnigheid kan je enkel ontsnappen met een nog grotere krankzinnigheid: door het ego te verlaten zoals het huis waarin men woonde. Vanuit het standpunt van mijn Zijn woonde ik in een huis dat het mijne niet was, waar ik enkel verbleef. Het ego was gedurende vele jaren mijn gevangenis. In het ego leven is zoals in een hel leven of beter gezegd, erin sterven. Vanuit het standpunt van het ego was ik een binnendringer want ik nam een machtspositie in die enkel toekomt aan het Zijn. Leven in het Zijn is leven in het paradijs. Het is levend zijn; het leven dat in mij is leven en voelen. Zich bewust zijn van het leven brengt ons naar het natuurlijke en essentiële; het is de weg naar de waarheid.

Door niet bewust te zijn, kiezen we de weg van het tegennatuurlijke, van de dood en het zelfbedrog. Langs deze weg is alles een doen alsof, een figuratie, een leugen die we niet eens als leugen kunnen zien maar die we op een valse manier aan andere verkopen als de waarheid.

Wanneer we een idee willen geven van wat we zijn, vervallen we in de noodzaak om ons groter voor te doen. Ik noem het “existitis”. Dat is mijn eigen neologisme. Op die manier definieer ik de psychologische ziekte waaraan ik mijn hele leven heb geleden en waarvan de psychologen en psychiaters me vertelden dat ze idiopatisch en wezenlijk was. Dat wil zeggen dat ze geen enkel idee hebben waar ze vandaan komt of waarom en daarom is de ziekte dus niet gedefinieerd. Dus heb ik die term gecreëerd, om mijn ziekte te kunnen definiëren: “Existitis”. Het betekent de opzwelling van het ego. Het is wanneer je eigen bestaan zich meer opblaast dan wat het is. Op een dag was ik moe geworden van het omhoog houden van zoveel steigers in de façade van mijn identiteit dat ik besloot om mezelf te zijn. Velen begonnen me te vragen: ben je gek geworden?

Scroll naar top