BEN IK OPEN OF GESLOTEN?
Wat ook het antwoord is, het is zeer waarschijnlijk (of bijna zeker) dat je jezelf bedriegt. Als je het me toelaat, zal ik het je aantonen.
De hele mensheid stelt zich, min of meer bewust of onbewust, de volgende essentiële vraag en blijkbaar hangt een groot deel van het geluk af van het antwoord. Er verschijnen zoveel mogelijke antwoorden die veel verder reiken dan een eenvoudig ja of neen. Er bestaan verschillende soorten “ja” of “neen” en het antwoord “noch het ene, noch het andere” primeert. Sommigen beweren “soms wel, soms niet”; anderen zeggen “afhankelijk van het moment, of met wie”. Alsof het een kwestie was van wil of spontane keuze. Tussen het wit en zwart verschijnen er verschillende soorten grijs om te definiëren wat er in het midden van beide mogelijkheden bestaat. Hoe kunnen we tot dit soort intermediaire situaties komen? Vooral wanneer het gaat over zo essentiële en diepzinnige vragen die de authentieke innerlijke toestand van de personen definiëren? Misschien omdat het NEUROTISCHE ONDERHANDELINGEN zijn, waarbij de geest in een constant en permanent gebrek aan beslissingen nemen treedt, om toch maar geen definitieve positie te moeten innemen. Wanneer open ik mezelf en/of wanneer sluit ik me af? Tegenover welk type van personen of relaties? En in welke soort omstandigheden activeert zich de nood om me te openen of af te sluiten? Als ik speculeer of als er redenen bestaan om me af te sluiten, zou het dan niet zo zijn dat ik in werkelijkheid gesloten ben en dat ik me soms bedrieg door te stellen dat ik me open stel? Wanneer we “au fond” weten dat we ons nooit open gesteld hebben of dat we niet willen dat dit gebeurt. Ik verwijs naar het zich openen ten opzichte van het leven, van de ander, van de liefde, van de vrijheid en om vanuit het hart alles wat er gebeurt, te voelen.
In de wereld van de therapieën en de persoonlijke groei, verwijst men soms naar het thema van de de-sensitivisering of “ont-hart-en” waarbij men refereert naar een houding van zich afsluiten die men op één of ander moment in het leven heeft gehad. In het algemeen deed zich dit voor omdat het kind onderheving was aan één of verschillende situaties die hem zoveel leed bezorgden dat hij de bewuste of onbewuste beslissing nam om zich af te sluiten voor het voelen. Het is een preventie-middel. Het kind moet zich preventief beschermen en verdedigen om niet meer hetzelfde te voelen. De fantasie die de “ont-hart-ing” in zich draagt is dat wanneer men zich afsluit, men geen pijn meer zal voelen. In het begin is dat een logische en redelijke conclusie: als ik de deur van mijn huis stevig op slot doe zodat er niemand zal binnen komen om te stelen of me pijn te doen, zal er niemand binnen komen. Maar dat garandeert niet dat ik zal stoppen met pijn te voelen of te vermijden dat er toch langs één of andere plaats, er één of andere reden binnensijpelt via de spijlers van de deur, en me doet lijden. Zich afsluiten is geen garantie om niet te lijden en, integendeel, het verzekert zelfs het permanente lijden.
Anderzijds kan geen enkel afsluiten van, een selectief afsluiten zijn; je sluit je voor alles af en je opent je ook voor alles. Als je je afsluit, kan ook de vriendin niet binnen, noch de geliefde, noch de zoon, noch de vader… Afgesloten zijn verwijdert ons, perverteert ons, vult ons met wraak en brengt ons op die vreselijke plek van het onbegrip en de wrok, daar waar de angst huist. Dus, terwijl we zo begrensd zijn in het –vanuit een authentieke vrijheid – ervaren van allerlei soorten gevoelens die zin geven aan ons leven, moeten we zoeken naar de intensiteit in veel situaties en gedragingen die ons een afgekookte sensatie bijbrengen van wat het zou zijn te kunnen voelen vanuit het hart.
Ik ben momenteel in Semillas de Luz, een dierbare plek in de bergen van Ibiza, een natuurlijke ruimte die mijn zoon Elián en zijn partner Débora leiden. Ik kwam hen vergezellen in een ayahuasca-sessie voor 20 personen. Toen we deze weg van de ancestrale medicijnen zijn opgegaan, zei Taita Domingo Males van Colombia ons “De vader moet de zoon binnen laten, de zoon de vader” en op die manier zullen jullie kunnen samen werken in wat dan ook. Hij deed ons onze kleren uitdoen en toen we helemaal naakt waren, beval hij dat wij elkaar een bad zouden geven met ayahuasca over het hele lichaam. En zo deden we dat in een groot bad, met de bereidheid van wie wat dan ook doet om te genezen en met het bewustzijn van een noodzakelijke zuivering van het verleden en van een nakende verzoening. 15 jaren later vieren we en danken we deze tocht van vergiffenis en begrip die we met moed en overgave deden; we vieren het in een Ayahuasca-sessie, met open hart terwijl we samen zingen. Ik vier het – in mijn geval – ook al schrijvende want wanneer ik op een bepaald moment mijn zoon de trom en de fluit hoor spelen, zet ik me in een zetel en bekijk ik een berichtje op mijn telefoon die Laura me stuurt, een lezeres van mijn blog die me zegt: “Alberto, zou je een blog kunnen schrijven over wat het betekent het hart open of gesloten te hebben? Ik begrijp het niet en versta het elke keer minder? Ik ben heel verward en heb veel twijfels daaromtrent”. Dus zette ik me aan de job, ik pakte een blad en schreef met mijn hand op het hart deze tekst die ik nu ga publiceren in de blog. Ik opende me volledig om in het diepste van mezelf te voelen wat er juist gebeurt met deze dichotomie betreffende het hart.
Het zijn zoveel mensen die twijfelen of ze het hart open dan wel gesloten hebben, die aanduidingen of bewijzen zoeken om te weten en te kunnen definiëren wat hun toestand is: Zou ik van mijn hart een steen gemaakt hebben? Als ze menen van wel, dan vragen ze: Hoe kan ik mijn hart openen? De waarheid is dat heel weinigen het aandurven om deze situatie echt in de diepte aan te pakken; ze willen niet zien waarom of wanneer ze het gesloten hebben. Dat zou immers betekenen dat ze onaangename momenten moeten gaan onderzoeken en dus verkiezen ze om niet te kijken en op dezelfde manier verder te gaan. Maar er is een groep mensen met grote moed die naar binnen kijkt om te zien wat er gebeurd is en hoe ze er aan toe zijn. Aan hen wijd ik deze woorden.
Het is onmogelijk om het hart te sluiten. Maar het is mogelijk om een virtueel afsluiten te bewerkstelligen, een energetische muur die niets binnen laat dat verbonden is met de sensibiliteit. Elke mens identificeert zich met dergelijk afsluiten en bouwt die op naar eigen maat en maakt die – zonder er zich bewust van te zijn – tot een beschermende harnas in de mate dat dit het individu beschermt van aanvallen en hem het lijden doet vermijden. Deze substituut-creatie die de interne realiteit ontzegt aan een hart dat voelt, is een constructie van vele jaren en van een grote toewijding dat uitgewerkt werd onder de bevelen van het ingenieurschap van de genezing. De idee die zich hier installeert is fantastisch: SLUIT JE AF! OM DAARNA TE ZIEN HOE JE JE WEER OPENSTELT. Alsof het leven ons zei: “ik ga je in de ferme penarie brengen, eens kijken hoe je dat oplost”. Elke persoon zit in een andere penarie, heeft een welbepaalde wond, een trauma die hij/zij meedraagt. Een goddelijke loterij gaf je het nummer dat je toebedeeld kreeg en dat nummer kan min of meer een verliezersnummer zijn; de prijs is een moeilijkheid op maat van je ziel. Net zoals de manier waarop elke menselijk wezen het ervaart, helemaal niets te maken heeft met hoe iemand anders dat ervaart. Daarom dat het zo gecompliceerd is mensen te helpen in het helen van hun essentieel probleem daar dat uniek is en onherhaalbaar. Voor mij is het essentiële probleem dat we ons op een bepaald moment in ons leven hebben afgesloten, de hoop hebben verloren, de illusie, de totale beschikbaarheid om ons te voelen als onschuldige kinderen.
Bijna iedereen zou verkozen hebben om gedurende hun hele leven zich open te hebben gesteld en dat er niets zou gebeurd zijn dat hen ertoe gebracht zou hebben zich af te sluiten maar de wet van de genezing functioneert op deze manier. Het is nodig ziek te worden om te genezen, te lijden om zich te verheugen, geboren te worden om te sterven en te sterven om te bloeien. Zij die de regels van het spel van de genezing aanvaarden, gaan sneller; zij die zich er tegen verzetten en weerstand bieden, gaan trager. Het is veel moeilijker deze situatie op te lossen wanneer er zoveel discussies tussen zitten. “Het is wat er is”, zoals het lied van Erik Moreno zegt. We kunnen het aanvaarden of afwijzen. We zijn vrij. Van deze keuze opent zich een weg en een consequente eindbestemming. De meerderheid van de personen hebben het afgewezen en daarom zijn we zo; we hebben niet op tijd kunnen begrijpen hoe de zaken in het menselijk leven zijn.
We leven in de dualiteit. De situatie waarin de meerderheid van de mensen zich bevindt, is dat ze beide realiteiten parallel behouden. Langs de ene kant is hun hart sinds altijd open maar hun harnas laat niet toe dat er zich ook maar iets aanbiedt aan de deur van hun hart. Langs de ene kant, slaken ze stille kreten opdat men hen graag zou zien en langs de andere kant zijn ze perfect georganiseerd om gelijk welke ervaring van authentieke liefde te vermijden.
Om met deze dubbelzinnige situatie te leven, is het noodzakelijk om zich te neurotiseren, om emotioneel uit evenwicht te zijn; de emoties verliezen dan de controle en uiten zich wanneer ze willen en hoe ze willen, zonder enige leiding van de ziel; alles is dan goed om in de anderen de impotentie en de pijn van het niet verwerkte trauma te projecteren. Anderzijds laat men niets binnen dat van buitenaf het meest gevoelige deel van ons binnenste aanraakt; het hart klopt van verlangen om opnieuw te voelen maar de rede domineert alle situaties door alles te controleren zodat er niets direct de kern van de gevoelens kan raken. Opnieuw voelen zou gevaarlijk kunnen zijn voor de hergeboorte van de liefde en de dankbaarheid t.o.v. het leven. De vrijheid is niet zo gemakkelijk om opnieuw te veroveren wanneer we zoveel jaren in de gevangenis van de isolering en de wrok hebben doorgebracht. Voor het programma dat de virtuele afsluiting heeft voortgebracht, is het ontoelaatbaar zich bloot of kwetsbaar op te stellen ten opzichte van de buitenwereld. Daarom creëert men een ingebeelde bunker die niet reëel is maar aan wiens virtuele realiteit we ons aanpassen om op de anderen en op de omgeving te reageren in functie van wat we waarnemen onder de verdoving van deze vervangende realiteit.
Dat is wat we zien gebeuren bij duizenden personen die naar onze retraites komen en ons open en bloot de spleten tonen in de muur waarlangs we binnen kunnen om het zaad van de verzoening te planten. Het operatieve systeem dat het leven van leed overheerst, heeft veel zwakke plekken zoals alle informatica-programma’s; er is altijd een mogelijkheid om een dodelijk virus binnen te brengen die de structuur van de virtuele realiteit onderuit haalt waarin de mensen leven. Dat is het werk met onszelf en met de personen die naar ons komen . De anomalie in de virtuele constructie van de muur detecteren die de ander van mij, van het leven en van het gevoel afgescheiden houdt.
Tegelijkertijd open en gesloten zijn, is de vlees geworden neurose: aanvaarden en afwijzen; haten en beminnen; creëren en vernietigen; zoeken en wegvluchten; levend en dood zijn; willen en niet willen. Op dezelfde manier als wanneer we wakker worden, slapen we ook elke dag in met de bedoeling om niet te zien noch te voelen. We slapen in om ons af te sluiten; we sluiten ons af om in te slapen. In slaap zijn of gesloten zijn, zijn vervangende realiteiten die zich bij de kleinste onoplettendheid weer installeren, wanneer we ons op een moment van diepe pijn tegen onszelf gekeerd hebben.
Het is de waanzin die de mensheid suicidaal aan het maken is; deze tegenstrijdige dualiteit die ons doet lijden en die we zo moeilijk kunnen volhouden. Was het maar zo dat we de reële mogelijkheid hadden om ons af te sluiten maar dat is onmogelijk; enkel het zelfbedrog is mogelijk.
We gebruiken deze tussensituatie om te speculeren, om te manipuleren, om berekeningen te maken ten opzichte van alles wat zich aanbiedt. We zijn zo handig geweest in het virtueel sluiten van ons hart dat we zelfs een virtuele opening hebben gecreëerd om onszelf te bedriegen dat we nog steeds voelen of dat we open staan. En vandaar dat we de het onszelf toelaten om enkele ervaringen te hebben met het leven, met de liefde en met de anderen die ons een paar ruwe benaderingen schenken van wat het voelt om helemaal open te staan. Maar in een onbewaakt moment verandert het landschap en sluiten we onszelf opnieuw af, alsof we van het ene programma naar het andere omschakelen, waarbij we schipperen door virtuele realiteiten die ons geen authentieke ervaringen bieden. Het is een gaan en keren van de hemel naar de hel die ons psychologisch foltert, die ons in de vergetelheid houdt van de oorspronkelijke staat toen we zuiver waren, onbevlekt, onschuldig en lieflijk.
Na deze ayahuasca-sessie en in dialoog met een vrouw die daar aan het spreken was over haar vader en over wat haar zogezegd van hem verwijdert, vroeg ik haar: Wat is het dat je werkelijk weerhoudt om toenadering te zoeken naar je vader en een directe ervaring te hebben van liefde en begrip? En weet je wat ze me antwoordt? NIETS! Wel dan, als niets je werkelijk verhindert: waarom stap je dan niet uit dit virtuele spel? Het is een test van heling geweest. We zijn ingeslapen of hebben ons afgesloten maar dat is niet reëel.
Welkom in de reële werkelijkheid.
(Op de foto: Aniel Varela, het kind dat me vergezelde en inspireerde in deze twee openhartige kostbare dagen).
Alberto José Varela